Gisteren zijn we tijdens een excursie naar een mini-museumpje geweest, met ‘micro-kunst’. (Nee, ik wist ook niet dat het bestond.) Één of andere Russische kunstenaar had met behulp van een microscoop twaalf kamelen in het oog van een naald getekend en een spreekwoord op een menselijke haar geschreven. Die ‘kunstwerken’ kon je dan weer bekijken door een microscoop. Die Russen moeten ook altijd ergens de beste in zijn. Is het niet microscopisch klein, dan wel de grootste, de beste of de belangrijkste.
Als je op tv naar de Olympische spelen kijkt is de Russische nationale trots bijna voelbaar. Ik kijk hier af en toe naar turnen en dat gaat iedere keer zo: als er niet-Russen in beeld zijn kletsen de commentatoren over van alles en nog wat. Maar als er een Rus met een oefening begint valt er een eerbiedige stilte. Tijdens de hele oefening is het muisstil. En dan, als de oefening is afgelopen, barsten de lofprijzingen los: Geweldige oefening! Fantastisch! Ongelooflijk! Maar dit jaar kunnen zelfs de Russen volgens mij niet op tegen het Chinese geweld.
Verder beginnen we hier allemaal wat meer te acclimatiseren. In supermarkten en café’s kunnen we ons beter redden. We weten nu dat ‘service’ hier een behoorlijk onbekend woord is. En we raken ook gewend aan d
Maar goed, genoeg voor vandaag, tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten